Communicatie

Communicatie

Communicatie

WIJ KUNNEN NIET MET ELKAAR PRATEN

“Wij kunnen niet met elkaar praten” is een klacht waarvoor veel liefdespartners de hulp van een relatietherapeut zoeken. In mijn praktijk hoor ik deze opmerking dan ook regelmatig voorbijkomen.
In eerste instantie lijkt het erop, dat ze elkaar niet veel meer te vertellen hebben en soms is dat ook zo. Het lukt ze niet om verder in het gesprek te komen dan de dagelijkse ditjes en datjes, de oppervlakkigheden. ‘Hoe was het op jouw werk? ‘Goed, druk…en bij jou dan?’ ‘Ja, ook druk..’
Het lukt niet om het gesprek verdieping te geven, om op de laag uit te komen waar gevoelens en overpeinzingen zetelen. De laag waarop intimiteit en verbinding tot stand komen. Niet dat partners dat bewust uit de weg gaan, maar er blijkt altijd een ‘iets’ te zijn wat hen aan de oppervlakte houdt. Het kan de hectiek van de dag zijn, kinderen die ook de aandacht opeisen. Of het is de bekende aard van het beestje. Het is ook mogelijk dat onprettige ervaringen uit het recente verleden als garantie wordt gezien voor het heden. Omdat gesprekken stelselmatig vlot uitmondden in conflicten worden ze langzamerhand – om het vege lijf te redden – uit de weg gegaan.
Hoe je communiceert heeft ook te maken met het feit hoe iemand dit van huis-uit heeft meegekregen. Was er voldoende ruimte om je zegje te doen, werd er in alle rust naar je geluisterd? Of moest je de beschikbare ruimte bevechten met de andere gezinsleden?
En hoe vaak gebeurt het niet dat je halverwege de zin van de ander al niet meer luistert omdat je nadenkt en voelt wat je wilt antwoorden. Het echte contact in een gesprek boet daarop in. Vertraag. Ontspan!
Hoe dan wel? Besef je, dat je invloed kan uitoefenen om een gesprek zo goed mogelijk te laten verlopen.

Ingrediënten voor een goed gesprek

Afstemmen

Allereerst is het helpend om je partner te vragen of het hem/ haar uitkomt om een gesprek te voeren. Vaak start iemand zo maar het gesprek en verwacht dat de ander meteen tijd en aandacht heeft. Is dat niet het geval, dan liggen teleurstelling en verwijten maken op de loer: ‘zeg, luíster je eigenlijk wel naar wat ik zeg?”
Om de kans te vergroten dat je aandacht krijgt, is het handig om eerst af te stemmen. Dat doe je door eerst te vragen of je partner tijd heeft om iets te bespreken. Vraag ook of diegene de krant of telefoon aan de kant wil leggen, zodat je weet dat je de aandacht niet hoeft te delen. Komt het op dat moment niet uit, dan helpt het om dit aan te geven: “nu lukt het niet, over een kwartier komt het beter uit.” Ook dat is duidelijke afstemming.

De rol van de spreker

Wanneer je goed hebt afgestemd op je gesprekspartner, is het van belang om meteen te vertellen wat je van je partner verwacht. Wil je alleen je verhaal kwijt en heb je behoefte aan een luisterend oor, vertel dat aan je partner. Wil je een oplossing voor een probleem waar je mee zit, vertel dat dát de bedoeling is van je gesprek. Bijvoorbeeld: “ik wil graag mijn verhaal kwijt over wat er vandaag is gebeurd, wil je even naar me luisteren?”
Of: “wil je je mening geven over hoe ik de kwestie met die leverancier anders had kunnen aanpakken?”
Door een gesprek zó te starten, kan je partner zich daar op instellen. Dat betekent dat je dus, vóór je een gesprek aangaat, eerst stilstaat bij jezelf en je afvraagt wat je precies met het gesprek wilt. Wat wil je overbrengen?
Maak van spreken een heel bewuste aangelegenheid. Praat ook niet met ingehouden adem, maar blijf goed in- en uitademen. Praat niet met een snelheid alsof je alles eruit wilt gooien. Blijf ontspannen, er is tijd genoeg. Vermijd het om je te verliezen in details, werk naar de kern van je verhaal. Allerlei achtergrondinformatie haalt de focus bij de kern weg en is zelden interessant voor degene die naar jou luistert.
Schat in wanneer het tijd is om te stoppen en rek je verhaal niet op. Nogmaals, dat kan desinteresse bij je gesprekspartner in gang zetten.
Let ook op de toon die je gebruikt. Eindigen jouw zinnen vaak in een uitroepteken? Dit vergroot de kans dat je partner zich snel overruled voelt en steeds vaker steeds minder bereid is om te luisteren. En dat is niet wat je wilt.
Er zit gevoelsmatig een flink verschil in: “Wáár zijn mijn autosleutels, heb jíj ze gezien!” en “Waar zijn mijn autosleutels, heb jij ze gezien?” Zelfde inhoud, maar heel andere uitwerking op de partner. Let dus op de toon vande muziek.

De rol van de luisteraar

Wanneer de communicatieklacht op tafel komt, stel ik vrij snel de vraag of partners vinden dat er naar elkaar wordt geluisterd in een gesprek. Vaak blijkt dat niet het geval, terwijl luisteren naar elkaar wel de belangrijkste vereiste in een goed gesprek vertegenwoordigt. Het zorgt ervoor dat partners zich gehoord en gezien voelen.
Hoe doe je dat? Allereerst door de ander aan te kijken. Met een knikje, ‘hummen’ of een korte ‘ja’ laat je merken dat je luistert. Een sterke blijk van luisteren is door af en toe in een paar woorden terug te geven wat je de ander zojuist hebt horen vertellen. Je kan vervolgens vragen of het klopt wat je zegt. Daarna vervolgt de verteller zijn of haar verhaal.
Let op dat je de behoefte weerstaat om je partner in de rede te vallen of om met adviezen te gaan strooien. Neem het gesprek ook niet over door over jezelf te gaan praten. Daarnaast kan je met jouw neiging om de ander op te gaan vrolijken de indruk wekken dat je je te weinig inleeft in de belevingswereld van de ander.
Doorvragen en inleven Heb als luisteraar de intentie om je partner goed te begrijpen, je wilt écht graag weten wat de ander denkt en voelt bij een bepaald onderwerp. Dat betekent niet dat je het altijd eens hoeft te zijn met de ander, maar toon wel je belangstelling. Vraag daarom dóór: “vertel me daar eens wat meer over,” of: “hoe was het voor jou toen je collega dat tegen je zei?”
Ga vervolgens niet analyseren of vertellen wat de ander volgens jou beter/ anders had kunnen doen.
Wanneer je van tijd tot tijd kort samenvat, verwoord dan ook eens het gevoel van de ander: “ik kan aan je zien dat opgelucht bent dat je die presentatie achter de rug hebt. Klopt dat?”

Verschil van mening is oké

Een gesprek waarin je de mening van de ander wilt weten en waarbij er tegelijk sprake is van invullingen/aannames/ denken te weten wat de ander denkt, is gedoemd te mislukken. Stel, jullie bespreken de aankomende zomervakantie en vrienden hebben voorgesteld om samen te gaan. In plaats van dit in een vraag te gieten naar je partner, spreek je je uit in een aanname: “jij hebt zeker geen zin om met hen op vakantie te gaan.” De ander kan zich in een hoek gedrukt voelen en zo kan het gesprek al ontsporen. Dat een partner misschien een andere mening heeft, dient gewoon in alle openheid besproken te worden.
Het elkaar gunnen van een eigen waarheid, een eigen mening, een eigen beleving draagt in grote mate bij aan een goed gesprek. Het vergroot het gevoel van het je gezien voelen aan beide kanten. Dat vergroot weer de bereidheid van de ander om jou ook dit te gunnen. Beiden voelen de ruimte om zichzelf te mogen zijn en voelen zich erkend, ook al voelt dit onderlinge verschil eerst ongemakkelijk of vind jij de ander zijn mening nog zo bekrompen. Benoem het feit dat jullie meningen er allebei mogen zijn dan ook juist als iets positiefs.
Dat betekent niet dat je het met elkaar eens hoeft te zijn.
Probeer hier vervolgens begrip voor op te brengen. Bijvoorbeeld: “oké, jij wilt dus liever niet mee naar dat feest. Ik vind dat jammer, maar ik begrijp dat, want jij houdt niet van grote mensenmassa’s. Vervolgens onderzoek je samen of die verschillen naast elkaar kunnen bestaan of dat er een oplossing nodig is. Je moet dan bereid willen zijn om samen te kijken waar ieder wat water bij de wijn kan doen.
Juist wanneer partners al langere tijd bij elkaar zijn, denken zij wel te weten wat de ander ergens van vindt. Toch is het raadzaam om verdiepende vragen te stellen. Het komt regelmatig voor dat je dan tóch weer nieuwe informatie hoort. Dus: wat bedoelt je partner precies? Welke argumenten, welke gevoelens liggen er achter iemands mening? Hoe is je partner tot die specifieke mening gekomen? Wat motiveerde de ander? Toon steeds respect voor elkaar en houd in je achterhoofd dat ieder recht heeft op een mening. Bied de ander de ruimte om te mogen uiten wat er speelt.
Wedden dat dan blijkt dat jullie heel bést kunnen praten?

Ik voel niets meer voor mijn partner

Ik voel niets meer voor mijn partner

Liefdeskoppels melden zich met uiteenlopende redenen voor relatietherapie in mijn praktijk. Af en toe is dat: ‘mijn gevoel is weg. Ik hou nog van hem/ haar, maar meer als ouder van onze kinderen, verder voel ik niets meer’.Ondertussen zit de boodschapper met gesloten...

Lees meer
Omgaan met verschillen

Omgaan met verschillen

Omgaan met verschillen

Een jong stel in mijn praktijk baalde van het feit dat hun ruzies steeds vaker terugkwamen. Het kon er behoorlijk pittig aan toe gaan. Beiden lieten zich het kaas niet van het brood eten, het begon volgens hen zo langzamerhand op een ordinaire machtsstrijd te lijken.

Waar ze vooral mee bezig waren, was de ander van diens ongelijk overtuigen.

Ze waren drie jaar bij elkaar en sinds anderhalf jaar woonden ze samen. Het begin van de relatie was heerlijk, los van of juist vanwege hun verschillen. Zij was op zijn rustige karakter gevallen, zijn romantische inslag en zijn support voor haar bedrijf. Ze timmerde goed aan de weg, terwijl ze ook tijd wist te vinden om haar sociale leven te onderhouden. Ze sportte twee keer per week en sprak regelmatig af met vriendinnen.

Hij werkte op een accountantskantoor en genoot van hun avondjes thuis, het liefst samen op de bank. Socializen hoefde voor hem niet zo nodig. Hij kluste wat in huis of ondersteunde haar in het businessplan.

Met name hij kon maar moeilijk verkroppen dat zijn vriendin op sommige vlakken er zulke andere meningen op na hield. Het zorgde ervoor dat hij ging twijfelen of ze wel bij elkaar pasten. Het frustreerde hem dat ze daardoor bij hem weg leek te drijven. Alsof hun eenheid werd bedreigd. Hij zag het als een teken dat ze niet meer achter hem stond, niet langer ‘zijn kant koos’. Dus kon het niet anders zijn – zo redeneerde hij – dat ze niet genoeg van hem hield. Zij voelde zich hierdoor onder druk gezet om haar mening en daarmee haar individualiteit op te moeten geven. Ze voelde zich meer beklemd en vocht voor haar eigen vrijheid hierin.

Sowieso is het voor koppels die op meerdere vlakken van elkaar verschillen een flinke uitdaging om hiermee om te gaan. Dat kunnen verschillen zijn in karakter, cultuur, leeftijd of milieu. Wanneer allebei van huis-uit hebben meegekregen, dat problemen in alle openheid tegen het licht kunnen worden gehouden en besproken dienen te worden, dan is de kans groot dat beiden ook nu hun verschillende wensen en verlangens in een goed compromis weten om te buigen. Helaas is dat maar zelden het geval en blijft het meningsverschil ergens in de ruimte hangen, zonder oplossing en laat dit een gevoel van verwijdering en ontevredenheid achter.

Zijn doel was om het meningsverschil weg te werken en de saamhorigheid weer te herstellen. Zij had als doel om haar individualiteit te behouden. Ze zaten duidelijk in fase 2 van hun relatie: de uitdaging om de kenmerkende eenheid van de verliefdheidsfase meer los te laten en te gaan inzien dat je als twee verschillende personen prima een meer volwassen relatie met elkaar kunt aan gaan. Eentje waarin partners het elkaar gunnen om verschillend te denken en te doen. Daarbij in het oog houdend dat ieder zijn eigen waarheid mag hebben en dat dit niets zegt over hoeveel je van elkaar houdt. Wat helpt, is om hierin je gevoelens en je verlangens meer te verwoorden, zonder dit als pressiemiddel te gebruiken. Het helpt ook om te werken aan de versteviging van je eigen zelfstandigheid en te luisteren naar elkaars meningen. Probeer te luisteren en begrip voor de ander op te brengen, wat niet betekent dat  je het altijd met elkaar eens moet zijn.

 

 

Ik voel niets meer voor mijn partner

Ik voel niets meer voor mijn partner

Liefdeskoppels melden zich met uiteenlopende redenen voor relatietherapie in mijn praktijk. Af en toe is dat: ‘mijn gevoel is weg. Ik hou nog van hem/ haar, maar meer als ouder van onze kinderen, verder voel ik niets meer’.Ondertussen zit de boodschapper met gesloten...

Lees meer
De 4 verschillende fasen van een relatie

De 4 verschillende fasen van een relatie

De 4 verschillende fasen van een relatie

Niet alleen als individu maak je meerdere ontwikkelingsfasen mee in het leven, ook je liefdesrelatie kent redelijk vaste periodes waarin de relatie naar een hoger plan wordt getild. Maar wie de bijbehorende ontwikkelingstaken over het hoofd ziet, stagneert ook in de persoonlijke ontwikkeling…lees meer    

DE 1e FASE IS DE VERLIEFDHEIDSFASE

Heerlijk, die start van een nieuwe liefdesrelatie. Alles aan de ander is nieuw, alles mag nog ontdekt worden, alles houdt een belofte in. De belofte van levenslange gelukzaligheid wat wordt opgejut door het stofje dopamine in ons brein. Je voelt je bijna euforisch. Je bent graag bij de ander en vindt diegene geweldig. Die ander vindt jóu geweldig, wat een gigantische opzweper voor je zelfvertrouwen is dat. Ineens lijkt de wereld veel leuker, je durft meer, je kunt meer. Je voelt dat je lééft.

In een prille relatie is er over en weer veel interesse en op allerlei gebied ontdekken geliefden alle ins en outs van elkaar. Zoals die grappige gewoontes en taalgebruik wat bij deze partner hoort en hem of haar juist zo speciaal maken. Het nieuwe lijf waarvan elk plekje nog ontdekt mag worden. De aanmaak van het knuffelhormoon oxytocine viert hoogtij.

Volgens deskundigen duurt deze beginperiode gemiddeld zo’n anderhalf jaar. Een tijd waarin  we de ander wat rooskleuriger zien dan hij of zij daadwerkelijk is. De wat minder leuke eigenschappen zien we juist als grappig, speciaal of mysterieus. Ze geven weinig aanleiding tot conflicten en dat is goed voor het veilig stellen van de onderlinge harmonie. Wetenschappelijk wordt verliefdheid namelijk gezien als een belangrijk aspect om twee mensen aan elkaar te laten hechten. Daarmee wordt de kans op voortplanting zoveel mogelijk gegarandeerd. Elkaar door een roze bril bekijken dient dus wel degelijk een dieper liggend doel.

Toch is verliefdheid geen zekerheid voor een langdurige relatie. Het zorgt er immers voor dat de werkelijkheid wat wordt verdoezeld. Wanneer na zo’n anderhalf jaar de verliefdheidsstofjes minder worden aangemaakt, blijkt daarmee ook de roze bril af te glijden. Dat luidt de start van de volgende fase in, namelijk die van een balans vinden tussen samen en apart. Of dit lukt hangt af van hoe realistisch mensen zijn als het gaat om hun beeld over relaties. De onderlinge verschillen die nu meer duidelijk worden kunnen dan ook te groot blijken waardoor de prille relatie sneuvelt.      

DE 2e FASE IS DE ‘SAMEN EN APART’ FASE

Wanneer de hechting tot stand is gekomen wordt het in het brein weer wat rustiger. De aanmaak van de gelukshormonen die zo kenmerkend is voor de 1e fase, neemt af. Dat zorgt ervoor dat ieder meer met de voetjes op de aarde terugkomt. Dat betekent niet dat we nooit meer verliefde gevoelens voor onze partner zullen hebben. Maar de realiteit van alle dag vraagt weer meer onze aandacht en we hervinden onze eigen identiteit. Met het van de neus glijden van de roze bril worden nu ook de onderlinge verschillen duidelijker zichtbaar. Wat eerder leuk, grappig of apart aan de ander was, kan nu juist gaan irriteren. Daarmee komt de prille relatie onder druk te staan en kunnen er conflicten ontstaan. Dat is heel normaal. Deze fase heeft als uitdaging, dat er een evenwicht gezocht en bereikt wordt tussen alles wat samen inhoudt en toch ook jezelf weten te blijven, je zelfstandigheid behouden. Daarvoor is het nodig dat partners leren constructief om te gaan met de verschillen die er tussen hen bestaan. Gaat het er stroef aan toe, dan kan de vraag opborrelen of iemand deze partner als de toekomstige vader of moeder van zijn of haar kroost ziet zitten. De uitdaging zit hierin, dat partners niet alleen naar elkaar wijzen als oorzaak van het conflict, maar ook leren zelfreflectie toe te passen: ‘wat is mijn aandeel in dit meningsverschil en wat kan ik doen om deze periode een kans te geven?’   

DE 3e FASE IS DE FASE VAN HET LEREN SAMENWERKEN

Wanneer liefdespartners de eerste twee fasen goed hebben weten te doorstaan en de onderlinge verschillen geen al te grote hobbels zijn gebleken, ontstaat er meer een solide, veilige basis. De aandacht komt nu meer op de nabije toekomst te liggen. Een nabije toekomst van ‘samen en individueel’. Bijvoorbeeld door te focussen op vragen als: hoe ziet mijn loopbaan eruit, wil ik toch nog een studie volgen, willen we een gezin stichten, willen we een huis kopen of toch nog huren? En waar dan? Vooral elkaar op de hoogte houden, elkaar blijven steunen en in elkaar blijven geloven, hoeveel energie dat soms ook kost, verstevigt de relatie in deze fase.  

Waar koppels in de 1e en (weliswaar al wat minder) in de 2e fase op elkaar afgestemd waren, ligt in de 3e fase vanzelfsprekendheid op de loer. Partners zijn meer aan elkaar gewend geraakt, kenner elkaar beter. Alles is gewoner geworden en ieder kent min of meer zijn eigen rol in de relatie, die nu al enkele jaren duurt. Het is belangrijk om naast de gezamenlijke invulling van de relatie en het eventuele gezin, ook tijd te besteden aan een eigen leven in de vorm van hobby’s en vrienden.

Complimentjes en andere vormen van positieve uitingen van elkaars aanwezigheid worden in deze fase vaak minder. Het is heel belangrijk om elkaar over en weer te blijven ‘zien’. Blijf daarom interesse in elkaar tonen, uit je wensen en je verlangens met betrekking tot je eigen ontwikkeling en ook met betrekking tot de relatie. Stem op elkaar af door zaken te overleggen: wat wil jij, wat wil ik. Elkaar iets gunnen kan hierbij van positieve waarde zijn. Echt open staan om te luisteren naar elkaar blijkt meestal een behoorlijke uitdaging, maar noodzakelijk om niet uit elkaar te groeien.     

DE 4e FASE IS DE FASE VAN STABILISATIE

De relatie komt in een wat rustiger vaarwater. Er ontstaat meer tevredenheid in de relatie. Partners die elkaar accepteren zoals ze zijn zullen ook flexibeler met veranderingen omgaan.

Omdat in een eerdere fase de aandacht meer heeft gelegen op de start van een carrière of het stichten van een gezin, kan er in de 4e fase juist ondergeschoven problematiek en ontevredenheid naar boven komen. Juist omdat iemand weet dat de ander is wie hij/zij is en dit niet te veranderen valt, kan ervoor zorgen dat de relatie op een kritiek punt komt. Op dit punt kan een partner constateren dat hij/zij geen genoegen (meer) neemt met ‘het is wat het is’ en besluit soms om de relatie alsnog te beëindigen. Met name wanneer er in de vorige fase(n) te weinig is gecommuniceerd over belangrijke relationele waarden of wanneer psychische of lichamelijke gezondheidsproblemen een zware aanslag blijken op de relatie. De kloof tussen twee mensen kan dan onoverbrugbaar lijken. Met name open staan voor het verhaal van je partner, begrip opbrengen, elkaar ruimte geven en op een respectvolle manier met elkaar omgaan kan de relatie intact houden, ondanks onvermijdelijke hindernissen.

 

Ik voel niets meer voor mijn partner

Ik voel niets meer voor mijn partner

Liefdeskoppels melden zich met uiteenlopende redenen voor relatietherapie in mijn praktijk. Af en toe is dat: ‘mijn gevoel is weg. Ik hou nog van hem/ haar, maar meer als ouder van onze kinderen, verder voel ik niets meer’.Ondertussen zit de boodschapper met gesloten...

Lees meer
Ik voel niets meer voor mijn partner

Ik voel niets meer voor mijn partner

Ik voel niets meer voor mijn partner

Liefdeskoppels melden zich met uiteenlopende redenen voor relatietherapie in mijn praktijk. Af en toe is dat: ‘mijn gevoel is weg. Ik hou nog van hem/ haar, maar meer als ouder van onze kinderen, verder voel ik niets meer’.

Ondertussen zit de boodschapper met gesloten houding bij mij op de bank. Armen over elkaar en het been dat het dichtst bij de partner is, naar de buitenkant óver het andere geslagen. De partner blijkt vaak de onheilstijding recent net gehoord te hebben en zit nog enigszins onthutst naast degene van wie hij/zij ooit dacht er samen oud mee te worden. Nu is dat beeld op losse schroeven komen te staan. ‘Ik weet niet waar het van komt, maar ik voel dat de koek gewoon op is. We willen graag weten hoe het zover heeft kunnen komen en of ik mijn gevoel voor hem/ haar nog kan terugkrijgen’.

Bij navraag is meestal niet exact te zeggen wanneer het gevoel is afgebrokkeld. Toch is het er ooit geweest. Wanneer ik samen met cliënten de historie van hun relatie doorneem, blijkt dat er ergens iets is scheefgegroeid. Bijvoorbeeld na een eenmalige flinke kwetsing zoals een affaire. Scheefgroei kan ook doordat kleinere ergernissen zich hebben opgestapeld.   Bijvoorbeeld net iets te scherpe opmerkingen, te weinig aandacht krijgen of onderlinge verschillen niet in balans weten te krijgen. Nou ontkom je er niet aan dat een relatie af en toe door een dal gaat, ieder huisje heeft zijn kruisje. Partners lopen echter de kans dat het kruisje een vampier-bezwerende lading krijgt wanneer de communicatie te wensen over laat. Er wordt te weinig of te oppervlakkig gesproken over wat iemand dwars zit. Dat creëert een gevoel dat de ander niet ontvankelijk is om jouw behoefte aan welzijn te bevorderen.

EEN MUURTJE OPBOUWEN

Wanneer je je door gedrag van de ander beschadigd voelt en er niet op de juiste wijze stilgestaan wordt bij jouw beleving, dan is het vanuit pure zelfbescherming dat iemand zijn of haar hart naar de ander sluit. ‘Het lijkt wel alsof ik achter een muurtje zit en wat ik ook probeer, ik kan het niet meer afbreken’, hoor ik mijn cliënt dan zeggen. Deze (stapsgewijze) opbouw van het muurtje, de emotionele afsluiting, betekent dat je liefdesgevoel voor de ander steeds minder wordt. Totdat je op een dag ervaart: ik voel niets meer voor hem of haar.

Waar komt die afsluiting vandaan? Daar gaat vaak eerst heel wat aan vooraf. Er wordt in een eerder stadium een belangrijke relationele pijler geschonden: de emotionele saamhorigheid tussen twee geliefden. Het je veilig en vertrouwd bij elkaar voelen. Wanneer deze niet genoeg wordt hersteld, dan komen er barstjes in die veilige verbinding en ontstaat de emotionele pijn van je niet genoeg gehoord en gezien voelen. Die pijn wil niemand voelen en duwen we het liefste weg. Dat zorgt voor een meer continue spanning. De stenen voor het muurtje worden opgestapeld. Deze spanning proberen we vervolgens uit de weg te gaan door nog meer te vechten, te vluchten of te bevriezen. Een vechtreactie is dat iemand boos wordt en in de spreekwoordelijke aanval gaat. Bij een vluchtreactie vertrekt iemand figuurlijk uit de situatie door gevoelens op te kroppen en door het contact steeds meer uit de weg te gaan. Soms door letterlijk de ruimte te verlaten. Bevriezen betekent dat iemand dichtklapt, zich verlamd voelt en niets meer weet uit te brengen. Dit zijn van natuurlijke reacties en zijn op zich niet schadelijk. Dat worden ze wel wanneer de situatie daarna niet goed of te weinig wordt besproken en er geen ruime positieve aandacht is voor elkaar. En dat betekent meer dan alleen maar sorry zeggen.

Er kunnen tal van redenen zijn waarom iemand vervolgens de luiken sluit en het is best lastig om daar achter te komen en dat aan jezelf toe te geven. Laat staan aan je partner. Dit zegt veel over de emotionele toegankelijkheid naar elkaar, de mate van openstelling naar elkaar. Die emotionele toegankelijkheid komt voort uit diepgaande gedragspatronen die je in de allereerste relatie van je leven hebt aangeleerd.

DE INVLOED VAN DE ALLEREERSTE RELATIE

De allereerste relatie van iemands leven is die met de ouders of verzorgers. In deze eerste relatie wordt de blauwdruk gevormd van wat het concept ‘relatie’ inhoudt. Hoe ga je met deze belangrijke anderen om en hoe reageren zij op jou? Daarbij spelen twee krachten een belangrijke rol:

1: De behoefte aan je verbonden voelen met de ander, aan ‘samen’

2: De behoefte aan autonomie, een eigen identiteit die zich uit aan zaken apart, los van de ander doen.

Het is belangrijk te weten dat er verschillen kunnen bestaan bij de gezinsleden als het gaat om de mate van behoefte aan beide krachten. En dat kan spanning opleveren bij het kind. Wanneer ouders liefdevol en begripvol reageren op hun kind, dan zal het de ouders zien als veilige en beschikbare bron om de kinderlijke emoties vrij te uiten. Dit verstevigt de hechting.

Reageren ouders daarentegen meer afstandelijk en met weinig warmte op de reacties van hun kind of wisselen warmte en kilheid elkaar telkens af, dan ontstaat er een hechtingsprobleem. Het kind ervaart dat praten over wat het bezighoudt niet op de manier ontvangen wordt zoals het nodig heeft. Het zal er angstig van worden en gaat zich op (een onbewust) dieper niveau alleen voelen. Als reactie daarop wil het constant het samen-gevoel bevestigd zien en klampt zich min of meer vast aan de ouders. Het is ook mogelijk dat het kind juist neigt meer tot vluchtgedrag. In het laatste geval bijvoorbeeld door geen uiting meer te geven aan zijn emoties of behoeften. Het lost het alleen wel op. Een kind leert in de relatie met de ouders om op zijn eigen manier met liefde en emotionele intimiteit om te gaan. Dit gedrag groeit uit tot een standaardreactie, een automatisme. Het is een hardnekkig en ingesleten patroon van veelal onbewust voelen, denken en handelen. Het kind draagt het mee de volwassenheid in. Daar komt dit patroon vooral tot uiting in de relatie met belangrijke anderen, zoals een liefdespartner. Die relatie doet namelijk het meest (onbewust) terugdenken aan de allereerste intieme relatie in het leven.

Wanneer mensen in relatietherapie hun eigen hechtingsstijl ontdekken en zien welk gedrag daarbij hoort, dan ontstaat er vaak meer begrip voor het hoe en waarom zij in deze relatiecrisis zijn beland. Die ontdekking is nogal eens het startpunt van meer motivatie om aan de relatie te werken en waarmee de eerste steen van het muurtje wordt afgebroken. Het kan best even duren, maar vaak blijkt het gevoel dan uiteindelijk voorzichtig weer terug te komen, stapje voor stapje.

Ik voel niets meer voor mijn partner

Ik voel niets meer voor mijn partner

Liefdeskoppels melden zich met uiteenlopende redenen voor relatietherapie in mijn praktijk. Af en toe is dat: ‘mijn gevoel is weg. Ik hou nog van hem/ haar, maar meer als ouder van onze kinderen, verder voel ik niets meer’.Ondertussen zit de boodschapper met gesloten...

Lees meer